top of page
Zoeken
Driving Blue

Meer in het Midden

In de laatste blog sloot Niek af met de boodschap dat we op een prachtige plek zijn met uitzicht over de Atlantische oceaan. Ik zal je zeggen, hier is geen woord van gelogen. We maken de keuze nog een nachtje te blijven. Even twijfelen we om er nog een derde nacht aan vast te plakken maar onze nieuwsgierigheid (en het feit dat het water bijgevuld moet worden) neemt de overhand. We besluiten weer op pad te gaan. Van verschillende mensen hebben we gehoord dat we de stad Óbidos niet mogen overslaan en zo staan we even later op een parkeerplek net buiten de stad. Op deze parkeerplaats is tevens de mogelijkheid om water bij te vullen en de PortaPotti te legen. Wanneer Harry meer schoon dan vuil water aan boord heeft trekken we onze wandelschoenen aan om Óbidos te gaan verkennen. Nog voordat we de parkeerplaats af zijn komen we een bordje tegen met de informatie dat we 2012 km van NL verwijderd zijn. Na een snelle rekensom komen we er achter dat wij deze afstand al ruim verdubbeld hebben!


We treden Óbidos binnen via een imposante stadsmuur welke de stad volledige insluit. Even ben ik in verwarring, de stad is namelijk helemaal versierd met kerstversiering en dat terwijl ik in mijn T-shirt rondloop. De stad wordt getypeerd door witte huisjes afgewisseld met prachtige bloemen. Maar al snel komen we er achter dat dit niet het enige is waar deze stad bekend om staat. Er wordt hier namelijk een speciaal drankje gedronken; kersenwijn (Ginja) uit een chocolade cup. ‘Laten we dat proberen’ zeg ik tegen Niek en even later staan we in een winkeltje. We proeven de wijn en de combinatie van de zoete wijn met pure chocolade blijkt hemels. We kopen en fles en wandelen vrolijk verder. Via een trap komen we op de stadsmuur terecht en zo zien we de stad ook van bovenaf.

Wanneer we Óbidos van boven tot onder gezien hebben gaan we weer op zoek naar een plek om de nacht door te brengen. Op de kaart zien we dat er een meer verbonden met de zee in de buurt ligt. We besluiten een kijkje te gaan nemen. De navigatie stuurt ons de doorgaande weg af en even later komen we uit op een onverhard pad. Na een snelle inspectie denken we dat Harry dit wel aan moet kunnen en rijden we verder. De weg wordt aan beide kanten volledige afgesloten door honderden dennenbomen maar niet veel later zien we voor ons het meer opdoen. We zoeken een plekje uit en voordat we goed en wel staan begint het donker te worden.


Wanneer we de volgende ochtend wakker worden schijnt het zonnetje al door het raam; het beloofd een prachtige dag te worden. Ook blijkt het dat we niet meer alleen zijn, we hebben buren gekregen en de plaatselijke vissers hebben hun duikpak aangetrokken. Ja inderdaad, een duikpak. De vissers gaan hier niet alleen met een hengel aan de slag maar zoeken ook op de bodem naar schelpdieren. Kijkend naar de vissers raken we met onze nieuwe buren aan de praat. Het blijkt een Duits stel te zijn di met hun baby’tje op reis zijn. Pratend in de zon merken we dat de temperatuur zeer aangenaam is en Niek besluit dan ook zijn trainingsbroek (waar hij bijna in woont) te verruilen voor een zwembroek. In de tussentijd steek ik mijn grote teen in het water en besluit de bikini nog even in de kast te laten. Het water is namelijk verre van aangenaam. Brr! Wanneer Niek even later vanuit het water een aantal keer roept dat het hélemaal niet koud is ga ik toch maar overstag.


We drogen op in de zon, nemen de tijd om in de middag uitgebreid te koken en maken vervolgens een wandeling. Wanneer de schemering valt en kou uit de grond optrekt maken we samen met onze Duitse buren een kampvuur. Wanneer er wolkjes uit onze monden beginnen te komen besluiten we er met elkaar een einde aan te breien.


Wanneer we de volgende dag wakker worden is er geen zon te bekennen, we kunnen zelfs niet verder kijken dan een aantal meter. Het meer blijkt omhult door te zijn door mist, het heeft iets mysterieus. Nog voor we er over uit zijn hoe deze mist ontstaat is het verdwenen. Het wordt opnieuw fantastisch weer, de thermometer tikt zelfs de 26 graden aan! We luieren wat rondom de camper en terwijl ik verzonken raak ik mijn boek trekt Niek opnieuw zijn zwembroek aan. Aan het einde van de middag besluiten we om nog ‘even’ bij de monding van het meer te gaan kijken. Na een flink stuk gelopen te hebben blijken we er echter nog lang niet te zijn en wanneer het wandelpad overgaat in een doorgaande weg besluiten we terug te gaan. ‘Laten we morgen de zee maar opzoeken met Harry’ zeggen we. En zo gezegd zo, zo gedaan. De volgende dag wordt onze reis vervolgd richting Peníche, hét schiereiland van Portugal.


We naderen het schiereiland en het valt ons op dat de hoeveelheid hotels en appartementen toenemen. Het eiland lijkt vanaf een afstandje volledig volgebouwd. We maken een stop bij het strand en rijden vervolgens verder het eiland op waar we het stadje Peniche bezoeken. We dwalen er door heen maar het kan ons niet echt bekoren. Bij Harry teruggekomen blijken we naast een Nederlands stel te staan en we raken aan de praat. Waar we in het begin nog weinig behoefte hadden om andere Nederlanders tegen te komen is het nu wel weer erg leuk. En hun bus heet ook nog Barry! We wisselen onze nummers uit en spreken af om elkaar later op de dag weer te ontmoeten. Aan het begin van de avond treffen we elkaar bij de vuurtoren van het eiland. We bouwen met onze campers een fort tegen de wind en maken met elkaar een lekker maaltje klaar. We proosten op onze ontmoeting en het wordt een gezellig avond. De volgende ochtend ontbijten we samen en voordat onze wegen weer scheiden maken we nog een foto.


Ondertussen zijn we er achter dat we het heerlijk vinden om de kust af te wisselen met het binnenland want hierdoor blijft het ‘kijk-daar-is-de-zee’ moment bijzonder. Daarnaast is het binnenland van Portugal groen en glooiend en als we bij de zee zijn geweest lijken we dat elke keer weer even te zijn vergeten. Om deze redenen besluiten we weer het binnenland in te trekken. Het natuurgebied Serras de Aire e Candeeiros bevind zich midden in Portugal en ergens bij het plaatsje São Bento zou een parkeerplek met voorzieningen voor campers moeten zijn. Het is uurtje rijden vanaf Peniche en wanneer we het gebied binnen rijden valt ons op dat er overal stenen en stenen muurtjes zijn. Eenmaal bij de parkeerplek aangekomen blijkt het een zeer nieuwe camperplaats te zijn. De camperplaats heeft een mooi uitzicht en gratis stroom. Toch heeft de camperplaats ook vreemds, het ligt namelijk tegen een veldje aan wat als sportclub zou moeten doorgaan, inclusief ingestort clubhuis. Het dorpje waarin de camperplaats zich bevind bestaat uit een lange straat met huizen en wanneer we hier voorbij lopen worden we aangestaard door grommende en blaffende honden. Het is ons een raadsel waarom z’n klein dorpje zonder supermarkt of toeristische attractie onlangs zo’n nieuwe camperplek heeft laten bouwen. We voelen ons echter zeker niet onveilig en brengen hier de nacht door.

De volgende morgen besluiten we op zoek te gaan naar een wandelroute. We rijden met Harry nog een stukje verder het natuurgebied in en na even te hebben gezocht vinden we een roodgeel bordje. Ondertussen weten we dat roodgele bordjes de wandelroutes aangegeven en dus zitten we goed. Een fles water, twee appels en wat mandarijntjes gaan de tas in en daar gaan we. We lopen door een dal en vervolgens gaat het wandelpad omhoog tot we bij de waterval uitkomen. De waterval blijkt niet veel voor te stellen maar we zien mensen boven aan de klif staan. ‘Daar moeten wij toch ook kunnen komen’ denken we. We vervolgen ons pad maar komen er al snel achter dat het doodloopt en dus en keren we om. We vragen even onze telefoon om raad en zo komen we er achter dat er een ander pad moet zijn. We gaan op zoek en vinden het andere pad, maar halverwege kunnen we ons bijna niet voorstellen dat dít het pad zou moeten zijn. Het is namelijk zo steil dat we alleen als aapjes naar boven kunnen klauteren en wanneer we weer normaal kunnen lopen zijn de paadjes zo smal dat het angstzweet bij Niek over de rug loopt. Maar eenmaal boven is het het allemaal waard! Het uitzicht is erg mooi en het ruikt er heerlijk. De gehele top is begroeid met rozemarijn en wilde tijm. We genieten van het uitzicht, eten ons fruit en voordat we gaan plukken we wat kruiden. De weg naar beneden is gemakkelijker en zo komen we moe maar voldaan weer terug bij Harry.

We gaan opzoek naar een plek om Harry te stallen voor de nacht. Regelmatig kijken we op de Park4night app om een plekje te vinden maar tot onze verbazing zijn er weinig plekken in het natuurgebied. In Portugal mag je bijna overal zonder problemen staan en dus gaan we zelf opzoek naar een plek. We komen uit bij de voet van de Ventas do Diabo; een berg met grote gaten erin. Nog heel even kunnen we vanachter het raam genieten van het uitzicht voordat we avond valt.


Niek heeft al een paar nachten niet zo lekker geslapen en wanneer ik wakker wordt sluip ik daarom het bed uit. Ik pak zachtjes het picknick kleed en mijn haakwerk en ga ik buiten tegen Harry aan in het zonnetje zitten. Het uitzicht is deze ochtend nog mooier dan de avond ervoor en ik wissel het haken af met het bewonderen van de natuur. Even later ontwaakt Niek en hij zorgt voor een ontbijtje terwijl ik de laatste hand leg aan het haakwerk, een kleedje voor in Harry.

Met volle buikjes gaan we opzoek naar een grot. De afgelopen dagen hebben we dit namelijk meerder keren op bordjes zien staan. Wanneer we weer op de grote weg zitten zien we direct weer een bordje en volgen deze. Na het parkeren van Harry komen we bij een balie terecht waar we geholpen worden door een aardige mevrouw. Ze verteld ons dat we de grot kunnen bezichtigen voor 7 euro per persoon en dat de volgende bezichtiging over 20 minuten zal zijn. We wachten buiten op een bankje en worden wanneer het tijd is opgehaald door onze gids. De gids is enthousiast en neemt ons mee de grotten in. Het blijken de grootste groten van Portugal te zijn, wel 11 kilometer lang. Hiervan is 600 meter opengesteld voor publiek. Er was vroeger vrijwel geen water in het natuurgebied en daarom zijn de Portugezen opzoek gegaan naar water onder de grond. Vervolgens kwamen ze bij dit grottenstelsel uit. De 600 meter die wij kunnen bezoeken is verlicht door 3000 lichten en ook is er een trap in gemaakt. Moet je je voorstellen dat je zo’n grot afdaalt hangend aan een touw met een zaklamp in je hand. Binnen in de grond zijn stalagmieten en stalactieten en we vinden het erg indrukwekkend. De gids verteld ons dat hij normaal gesproken groepen van maximaal 60 mensen rondleid, maar gelukkig vind hij het ook leuk om te doen met ‘maar’ twee personen. Na een uurtje hebben we de grot helemaal gezien en is de gids uitverteld. We nemen afscheid van elkaar en wij vervolgen onze weg. We besluiten dat het weer eens tijd wordt voor een douche dus we zoeken een camping op. Voordat we de Harry starten warmen we de restjes van gisteravond op en smikkelen hiervan.

De camping die we bezoeken ligt in Abrantes. De navigatie staat nog steeds op tolwegen vermijden en zo rijden we via kronkelige paatjes richting de camping. Wanneer de navigatie ons aangeeft rechtdoor te rijden slaat Niek opeens links af. Opeens staan we voor een kasteel dat in de rivier de Taag ligt. De laagstaande zon maakt het een sprookjesachtig gezicht. ‘Verrassing’ zegt Niek. Na het kasteel te hebben bewonderd stappen we in voor de laatste kilometers richting de camping.


Bij de camping aangekomen worden we onthaalt door een alleraardigste mevrouw die ons vertelt waar we alle gemakken van de camping kunnen vinden. De camping blijkt een industriële wasmachine te hebben en we besluiten deze de volgende dag te gebruiken. Na het avondeten spring ik nog even snel onder de douche. Normaliter douche ik niet snel. Mijn vader maakte vroeger dan ook regelmatig de grap dat de burgemeester naar ons huisadres had gebeld met de vraag of we nog water wilde overhouden. De reden dat ik dit keer zo snel klaar ben ik omdat de douche lauw is. Ach, ik ben weer lekker schoon zullen we maar denken.


De volgende dag gooien we de vuile kleding en het beddengoed samen in de wasmachine en laten het vervolgens buiten in de wind drogen. De camping beschikt ook over Wifi en deze gebruiken we dan ook om het thuisfront te contacten. Ook download ik een aantal boeken voor op mijn e-reader. Terwijl ik hier mee bezig ben checkt Niek nog een keer het oliepeil. Ook pakt hij het serviceboekje er eens bij. Even later hoor ik hem wat mompelen en trekt hij wat bleekjes weg.


Wat blijkt? Volgens het serviceboekje blijkt de distributieriem na 120.000 kilometer preventief te moeten worden vervangen. Dat zou betekenen dat we met Harry nog z’n 18000 kilometer kunnen rijden. Echter blijkt deze 120.000 achterhaalt te zijn en het advies nu 90.000 kilometer te zijn. Dat betekend dat we de distributieriem al hadden moeten laten vervangen…


Voor vertrek hebben we Harry grondig laten nakijken en we zijn dan ook enigszins verbaasd dat het mogelijk iets minder grondig was als we hadden gedacht. We overleggen met elkaar en komen tot de conclusie dat we de distributieriem willen laten vervangen. Hierbij hoort ook het vervangen van de waterpomp, komen we al snel achter.


De volgende morgen rekenen we 14 euro af voor twee nachten op de camping en rijden naar de dichtstbijzijnde Volkswagen dealer. Tijdens de rit er naar toe vragen we ons af of er Engels gesproken zal worden. Gelukkig blijkt dit bij aankomst het geval. We leggen onze situatie uit maar krijgen het teleurstellende nieuws dat we pas over 15 dagen geholpen kunnen worden. Hier willen we niet op wachten en we besluiten om een parkeerplek in de buurt te zoeken om vanuit hier een ander plan te bedenken. We bellen een andere Volkswagen garage op maar hier krijgen we te horen dat er pas na kerst een plekje voor ons is en het zeker 2 dagen gaat duren om de reparatie uit te voeren. Dat is even balen.


Ik bel mijn technische broer Steven maar eens op om te vragen hoe hij over de gehele situatie denkt. Het vervangen van de distributieriem lijkt hem een goed idee en hij geeft aan dat het vervangen zeker niet meer dan 1 dag in beslag zou moeten nemen. Ook laat hij mij weten aan welke prijs we ongeveer moeten denken. Bij het telefonisch afscheid nemen benoemd hij ook nog dat Harry waarschijnlijk niet direct morgen uit elkaar zal vallen. Met deze informatie sluiten Niek en ik de dag af met ‘morgen weer een nieuwe kans’.


De volgende dag zoek ik het internet af terwijl Niek de garages vervolgens opbelt. Rond de middag worden we teruggebeld door een Volkswagen garage in Torres Vedras die aangeeft dat hij ons kan helpen. Hij zal dezelfde dag nog de onderdelen bestellen en heeft aanstaande maandag tijd om de reparatie uit te voeren. Na een prijsopgave te hebben ontvangen laten we weten dat we er aanstaande maandag zullen zijn.


Dit betekend dat we de komende dagen om en rond Torres Vedras te vinden zullen zijn. Torres Vedras ligt zo’n 20 minuten van de kust verwijderd en dus besluiten we hier een kijkje te gaan nemen.

Liefs Chantal

122 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

1 Comment


arends12
Nov 28, 2020

Ja, dat de burgemeester belde had echt te maken dat de douche hier niet meer stopte, en belletjes van omwonenden die klachten van een tekort aan water indienden , en nu op jezelf even snel douchen hè 😉

Like
Post: Blog2_Post
bottom of page