We gaan weer een stukkie rijden. Chantal heeft een route uitgestippeld om met Harry het grootste natuurgebied van Portugal, Serra da Estrela, te kunnen ontdekken.
Onze eerste stop is Gouveia. Deze plaats ligt aan de rand van het natuurgebied en is tevens een van de plaatsen waar de ‘Queijo da Estrela’ gemaakt wordt. Een must voor een kaasfanaat als ik dus! We komen in het plaatsje aan en ik parkeer Harry op professionele wijze achteruit in langs een van de steile weggetjes in het dorp. We wandelen door het centrum en zien een mooie kerk en wat winkeltjes. Even verderop is de ‘Mercado Municipal’, een inmiddels bekend fenomeen voor ons in Portugal. Het is een vaak dagelijkse markt die door de gemeente georganiseerd wordt en vaak in een niet al te charmant gebouw plaatsvindt. Echter is dit de plek waar je moet zijn om lokale groente, fruit en natuurlijk queijo op de kop de tikken! Vandaag zijn er niet zoveel kraampjes open, maar uit een van de ramen worden we geroepen door een stevige Portugese tante. “Deze kazen heeft mijn moeder gemaakt” klinkt het volgens mij. Ik denk terug aan mijn tijd in kaaswinkel van Henri Willig. Hier heb ik geleerd hoe je kaas moet verkopen in vrijwel alle talen van de wereld. Ik zeg dat ik ‘Ovelha Curado’ (schaap oud) wil en vraag of ‘ie een beetje ‘gostoso’ (lekker) is. Ze knikt overtuigend en voor ik het weet heb ik een hele kaas in de tas zitten. We lopen terug, kopen een brood bij de ‘Pastelaria’ en rijden verder.
Na een fors stuk het gebergte in te hebben gereden terwijl we af en toe getrakteerd zijn geweest op prachtige uitzichten, komen we langs Vale do Rossim. Dit is een stuwmeer dat zich in de bergen bevindt en we besluiten een kijkje te nemen. Het is een mooie plek en we maken een kleine wandeling. We rijden verder naar Manteigas; een stad die zich in een vallei middenin het natuurgebied bevindt. Na over vrij steile weggetjes omhoog te zijn gereden moeten we nu weer hots, helemaal naar beneden.. Harry trekt het prima alleen Chantal, en daardoor ook ik, wat minder. Manteigas is als we aan komen rijden van bovenaf erg mooi en er schijnen warmwaterbronnen te zijn. Wanneer we beneden zijn zoeken we de hele stad af, maar er is geen bron te bekennen.. Pas wanneer we weer wegrijden zien we een bordje met ‘Termal Caldas de Manteigas’ en natuurlijk volgen we dit. Tot grote teleurstelling van Chantal blijkt de idyllische plaats die ze zich had voorgesteld een betonnen zwembad te zijn.
We laten ons hierdoor niet van de wijs brengen en knallen verder! Op naar de Torre. De top van het Serra da Estrela gebergte is het hoogste punt van Portugal en je kan er met de auto komen! Een gave prestatie zou dat zijn voor Harry! Naarmate we wederom de hoogte inrijden zien we voor ons donkere wolken opdoemen. Een paar minuten later zien we niks meer en zijn we omsingeld door hele dichte mist. Wèl zien we af en toe een bordje langs de weg die de hoogte aangeeft. 500m, 1000m, 1500m. We moeten dus in de buurt komen! We komen op de top (1993 meter!) aan en parkeren Harry. Zodra we uitstappen worden we verrast door een temperatuur van vier graden, een harde wind en een mist waardoor je binnen een paar minuten helemaal doorweekt bent. Ook zien we nog steeds geen hand voor ogen. We zien in de verte een licht en rennen erheen. Er zijn hier op de Torre een paar winkeltjes geopend waar ze wollen truien, souvenirs en oh jee.. ook kaas verkopen. De meneer laat me wat proeven en na ook hier een kaas te hebben gekocht rijden we naar beneden. Heel jammer dat we door de mist eigenlijk kunnen ervaren hoe hoog we nou eigenlijk zijn, maar wel gaaf dat we met Harry 2000 meter hoog zijn geweest!
De volgende activiteit op de route zou eigenlijk een wandeling naar een meer moeten zijn. Wanneer we hier in de buurt komen hangt er helaas nog steeds een dikke laag mist. We besluiten door te rijden en Harry te parkeren zodra we onder de wolken vandaan komen. We vinden een mooie plaats bij een kapel en eten wat. Zodra we in bed liggen begint het echter hard te waaien. We draaien Harry om zodat ‘ie met zijn neus in de wind staat. Ook dit zet weinig zoden aan de dijk en onze lieve bus blijft maar heen en weer schudden. Na lang twijfelen besluiten we in het donker nog een stuk naar beneden te rijden. Het is best spannend zo in de nacht. Na tien minuten met 30 de berg af te zijn gereden vinden we een plek uit de wind en kunnen eindelijk heerlijk slapen.
We worden wakker en toeren verder richting Coimbra; een stad die we graag willen bezoeken. Voordat we naar Coimbra gaan willen we echter graag nog even naar een wat luxere overnachtingsplaats. We hebben gebadderd in de Douro en onder onze douche-zak, maar een wárme douche is inmiddels twee weken (!!) geleden. We zien op Park4Night dat Gerrit en Ellie een aantal camperplaatsen aanbieden bij hun huis. Er zou een douchegebouwtje, stroom en internet moeten zijn. We komen aan bij de ‘Quinta’ en zien een bordje met ‘vol’ op het hek hangen. Ik besluit Gerrit op te bellen om te vragen of onze lieve kleine Harry er toch niet nog stiekem bij past. Niet geschoten is namelijk altijd mis! En warempel, de voorste plek is nog vrij en deze is alleen voor busjes. Wat een geluk! We worden hartelijk welkom geheten en de plek is van alle gemakken voorzien. De douche ontzettend fancy, maar ook heel ingewikkeld. Er zijn wel tien knopjes en er komen overal stralen uit. Na ongeveer tien minuten vogelen we uit hoe die werkt en laten ons overspoelen door warmte en genot.
We zijn weer schoon, op naar Coimbra! Coimbra is een studentenstad met schattige pittoreske steegjes en bovenop een heuvel de universiteit en een van de oudste bibliotheken in Europa. We parkeren Harry aan de andere kant van de Mondego en wandelen via brug het oude stadscentrum in. We vinden het een leuke stad en wandelen helemaal naar boven. We bezoeken de indrukwekkende botanische tuin, kijken een paar keer vanaf een uitzichtpunt over de stad heen en komen uiteindelijk aan bij de campus. We komen erachter dat als we de bibliotheek willen bezoeken, we een combiticket moeten kopen voor de bieb, het paleis, de kapel en het wetenschappelijk museum. We zijn zuinige reizigers maar dit lijkt ons de investering waard. Eerst bezoeken we de biblioteca en deze blijkt prachtig te zijn. Het lijkt wel alsof hij helemaal goud is van binnen en dat hij is gebruikt ter inspiratie voor de bibliotheek van Zwijnstijn, verbaast me niks. Ook de kapel is indrukwekkend en het plafond van het paleis is voorzien van hele vreemde ‘kunstzinnige’ schilderingen. Het wetenschappelijk museum bewaren we voor morgen.
We willen graag uit eten vanavond. Ik heb gelezen over een heel klein restaurantje in een guur steegje waar ze authentieke Portugese gerechten serveren. We staan vroeg voor de deur en er is een tafel vrij. Ik heb er veel zin in, maar heb een beetje medelijden met vegetariër Chantal. Er hangt hier en daar een zwijnenhoofd aan de muur en de kok is bezig met een groot hakmes iets in stukken te hakken. Omdat het écht Portugees eten schijnt te zijn en Chantal heeft gezegd daarvoor wel eens te willen smokkelen, gaan we toch maar zitten. De ober kan een beetje Engels en hij verteld van een paar gerechten wat we kunnen verwachten. We gaan voor de ‘Feijoada de Javali’ (bonenprut met varkensvlees) en de ‘Chanfana à moda da aldeia com Batata cozida’ (gestoofde geit in rode wijnsaus). Ik vind de eerste hap gelijk ontiegelijk lekker en eet veel te veel, maar zie dat Chantal even moet wennen. Gelukkig eet ook zij haar bordje leeg en zegt ze dat het heerlijk vond. Er hangen boodschappen van gasten uit het verleden aan de muur en sommige lijken er al eeuwen te hangen. We besluiten een eigen boodschap achter te laten en rollen voldaan terug naar Harry. Na een rustige nacht op de parkeerplaats bezoeken we het wetenschappelijk museum (als je Naturalis of Museon gewend bent stelt dit een beetje teleur), slenteren nog wat door de straatjes, doen boodschappen bij de lokale Pingo en karren weer door.
Op weg naar de kust parkeren spotten we langs de weg een bruin bordje met Fonte de Petra erop. Deze bordjes wijzen je meestal de weg naar een picknick -of andere rustplaats in de natuur en dus besluiten we ze te volgen. We komen aan bij een plek middenin het bos waar ’s zomers ogenschijnlijk lekker veel gerelaxt en gebarbecued wordt. Nu zijn we echter de enige, maar wanneer we Harry in de zon hebben gezet en buiten aan het koken zijn zien we toch af en toe wat mensen bij het wc-gebouwtje hun auto parkeren. Ze halen jerrycans en grote waterflessen uit hun achterbak en lopen heen en weer naar een huisje wat verder op de picknickplaats. We nemen ook een kijkje en we komen erachter dat dit een plek is waar de lokale bevolking hun drinkwatervoorraad aan komt vullen. Wij besluiten onze flessen ook te vullen en het water smaakt inderdaad heerlijk!
Na een laatste nachtje in het binnenland gaan we nu echt weer naar de kust. Het is een tijdje geleden dus vinden we het leuk wanneer in de verte de duinen en even later de zee door het voorraam van Harry zien verschijnen. We zetten de bus neer bij het strand van Vieira de Leiria op een grote parkeerplaats en het is heerlijk weer. Nadat we een heerlijke strandwandeling gemaakt hebben toveren we onze luxe campingstoelen tevoorschijn en zetten we het kookstel buiten. We bereiden een heerlijke (vega) burger met gebakken aardappelen en zitten lekker in de zon! Helaas is het warme weer van korte duur want er komt een soort zeemist opzetten. Waar we eerst de hele kust af konden kijken, is nu de eerste klif nog maar moeilijk te zien. We pakken de stoeltjes weer in en bekijken het stadje. Het is er (wellicht door het laagseizoen en de Corona) maar een trieste bedoeling en we wandelen langs het verlaten waterpark weer terug naar onze gezellige blauwe vriend.
We besluiten de volgende morgen het stadje te verlaten en de natuur weer op te zoeken. Dit blijkt een goede keuze, want na een kwartiertje rijden komen we op een hele mooie plaats aan de rand van een klif. Even zijn we in de war door het ‘verboden op de kliffen te parkeren’ bord maar na even gegoogeld te hebben blijken we alleen niet op het groen te mogen staan. Het is wederom ontzettend lekker weer en ik kan zowaar mijn melkwitte buik en bovenbenen laten sudderen in de zon. Wanneer het een beetje afkoelt moeten wij er als inmiddels doorgewinterde hikers er natuurlijk weer opuit! We lopen via een pad naar beneden en komen onder de klif waar Harry staat terecht. We vervolgen onze weg naar een dorpje waar we weer met een trap omhoog kunnen. Hier halen we een ijsje en al smikkelend bewegen we ons weer richting onze overnachtingsplaats.
Weer een stukje landinwaarts de volgende dag. We willen namelijk een bezoekje brengen aan Leiria waar op zaterdag een grote markt is en waar er een oud kasteel bovenaan de stad staat. Eerst stoppen we halverwege op wederom een hele fijne picknickplaats in het dennenbos ‘Pinhal de Leiria’. Dit bos is in de 13e eeuw geplant om te voorkomen dat de duinen zich helemaal uit zouden strekken tot de agrarische gebieden van Leiria en is dus niet helemaal natuurlijk. Toch is het erg mooi en rustig en tien minuten nadat we Harry hebben gestald heet een hele stoet eekhoorns ons welkom. Wij als actievelingen kunnen echter niet de hele dag op één plek blijven stinken en we besluiten de fietsen maar weer eens van stal te halen. We gaan eerst richting het nabijgelegen dorp Marinha Grande waar we een brood halen en Chantal wat benodigdheden aanschaft voor haar nieuwe hobby in spé; Haken. We fietsen verder over een mooie weg door de duinen en maken een (iets te groot; hijg, puf..) tochtje door het mooie gebied. Wanneer we bij Harry terugkomen zijn we een beetje moe dus doen we de rest van de dag lekker niks meer en gaan we lekker vroeg naar bed.
We worden wakker en daar gaan we weer! Er staat een cultureel bezoekje op het programma vandaag. Leiria valt echter een beetje tegen. De markt waar Chantal graag heen wilde bestaat uit 50 kraampjes waar ze dezelfde sloffen verkopen en het kasteel waar ik graag heen wilde is dicht voor renovatie. Ach ja, we moesten toch boodschappen doen. En omdat dit een wat grotere stad is hebben ze ook een wat grotere Pingo! Het vega-aanbod van de pingo is helaas aan de schaarse kant, dus bezoeken we ook voor het eerst een Portugese Aldi waar we tot onze blijdschap voor het eerst in Portugal een potje curry-pasta vinden. We hebben nog drie blikken kokosmelk, dus dit is een welkome verassing!
We hebben veel bewogen de afgelopen dagen en ook de zonnebrand van het dagje zonnen zorgt ervoor dat we een beetje plakkerig zijn. We willen vanavond graag warm douchen en het liefst ook een wasje draaien en vinden dichtbij Leiria de camperplaats van Bruno. Het is een mooie plek met alle faciliteiten. We laden alles (inclusief onszelf) op, wassen onze vieze onderbroeken en willen misschien nog wel een tweede nacht blijven. De volgende dag worden we belaagd door een leger vliegen en dus besluiten we toch onze reis weer te vervolgen.
We willen graag naar Nazaré. Meerdere mensen hebben ons verteld dat we dit niet mogen overslaan omdat hier door een grote scheur op de bodem van de zee de grootste golven van de wereld ontstaan. Dit lijkt ons geweldig om te zien, maar als we er nu heengaan slaan we wel een paar mooie plaatsen over. Pienter dat ze is merkt Chantal op dat er misschien niet elke dag megagolven zijn en ik besluit toch maar even een ‘forecast’ website te raadplegen. Dit blijkt een goede keuze want morgenochtend zijn ze vier meter hoog en de dagen erna maar één. We racen snel naar Nazaré en zodra we dichtbij het fort (het punt waar de golven het hoogst zijn) komen wenkt een breed lachende tandloze Portugees ons en wijst hij naar ‘zijn’ parkeerplaats. We zien wat andere campers en busjes staan en gaan met hem mee. Hij maakt een praatje met ons en zegt dat dit de mooiste plek is terwijl hij met zijn hand vol muntjes schud. Ik geef hem een euro en hij steekt zijn duim omhoog.
Het volk op deze parkeerplaats is vriendelijk maar het zijn wel een stelletje mafkezen (in tegenstelling tot ons, ahum). Er is een stel dat leeft in een Peugeot 307, een paar rasta-spanjaarden en een verwilderde straatmuzikant die de boel een beetje sfeer geeft. Na een kort praatje blijken ze best aardig te zijn en we vertrouwen deze plek wel. Ook is de locatie erg mooi en we eten ons prakkie terwijl we genieten van een prachtig uitzicht. We lopen nog even naar het fort, klauteren naar beneden en wandelen een stukje over het brede strand. De golven zijn nu nog bescheiden, maar morgenochtend zou dit anders moeten zijn.
De volgende morgen worden we enthousiast wakker. We vullen de thermoskan met koffie en nemen het mee naar de fort. We zien meteen dat de golven een stuk hoger zijn dan gister. We bekijken ze vanuit het fort en vanaf de kliffen eromheen. We blijven wel úren kijken! We maken veel te veel foto’s en kijken elkaar zo nu en dan romantisch in de ogen. Waar zijn we nu weer beland! We weten dat de golven soms nog een stuk hoger zijn, maar vinden het toch erg indrukwekkend. Na onze ogen te hebben weggetrokken van de prachtige wilde zee gaan we nog even het stadje bekijken.
We zien een restaurant met een terras waarvan je heel de kust kan zien en besluiten de dag goed af te sluiten. Het eten valt voor het eerst deze reis ontzettend tegen.. We hebben Bakalhau en Caldeirada besteld. Bakalhau is gedroogde vis, maar deze is zó droog dat we er spontaan het gevoel van krijgen al een maand in de woestijn rond te dwalen. Caldeirada is visschotel, maar deze bestaat vooral uit aardappel en is zo flauw als ouwe krant. We balen er even van, maar als we ons hoofd draaien zien we het uitzicht weer en beseffen we ons hoe veel geluk we hebben met onze reis en elkaar. We rekenen zonder enig compliment of fooi af en rijden weg uit Nazaré. Wat was het mooi!
Nu hebben we drie kwartier van Nazaré vandaan Harry neergezet. Even van de doorgaande weg zijn we een zandpad opgereden en hebben we een mooie spot op de kliffen gevonden. De zonsondergang was prachtig, de soep heerlijk en Chantal heeft een heel vloerkleed gehaakt! Ik heb de langste blog tot nu toe geschreven. Het was ook weer een tijdje geleden en we maken zoveel mee..
Boa Noite,
Niek
Comentarios